Kerkblad Laak Appèl - mei 2012
Laatste woorden?
In Delft hebben ze recent de moord op Willem van Oranje geprobeerd te reconstrueren. Uit dat onderzoek zou blijken dat hij zijn laatste woorden – ‘Mijn God, heb medelijden met mij en met mijn arme volk’ – nooit gesproken kan hebben. Laatste woorden, daar wordt vaak veel waarde aan gehecht. Soms te veel en soms gaan mensen er mee aan de haal. Zo herinner ik mij een tractaatje waarin de evolutieleer van Darwin bestreden werd en waarin beweerd werd dat hij in zijn laatste woorden spijt betuigd had over zijn theorie. Behalve in dat tractaatje heb ik deze bewering nergens anders terug gevonden. Laatste woorden, je moet er niet te veel waarde aan hechten zei iemand, want historisch zijn ze meestal niet te achterhalen. De laatste woorden die met je mee gaan hoeven ook niet altijd de láátste te zijn. Maanden na het overlijden van Betsie, spoelde ik het bandje van het antwoordapparaat terug (ja, zo ging dat 7 jaar geleden nog. Nu is alles digitaal). En ineens was daar de stem van mijn overleden vrouw vanuit de trein. Ze meldde dat ze onderweg was, maar dat er eten voor mij klaar stond op het aanrecht. Zomaar een mededeling, maar nu woorden die uitdrukten dat ze aan mij dacht en over haar zorg voor mij.
Hiermee wil maar gezegd zijn dat er niet te zwaar getild moet worden aan ‘laatste woorden’ . Wat was de familie in verwarring toen mijn vrome diaken aan een hersentumor stierf en zei tijdens haar laatste dagen vloekte en obscene dingen riep. Ik probeerde uit te leggen dat dit niet hun moeder was, maar het kwaad dat in haar woekerde. Herinner je toch je moeder die, toen iemand haar over de telefoon een groot verdriet toevertrouwde, zei: ‘Meid, as je heb opgehange, ga ik gelijk voor je op me knieë.’ Jezus heeft gezegd dat ons verantwoording gevraagd zal worden van elk nutteloos woord dat we gesproken hebben. Hij zal daarbij niet gedoeld hebben over gezellige praatjes over het weer, maar over woorden die beschadigen of ‘verwoesting zaaien’ (Huub Oosterhuis).
Vijf jaar
Iets meer dan vijf jaar mocht ik uw voorganger zijn en ik heb er geen spijt van Loosduinen ingeruild te hebben voor Laak. Met het vertrek van Everdien Hagen werd deze gemeente met het probleem geconfronteerd dat er niet van buiten beroepen mocht worden. Er was al een probleem met tekorten toen ik in 2001 het beroep naar Loosduinen aan nam. ‘Op naar een sluitende begroting’ , was de kop in Kerk in den Haag in Juni 2001. Met als tussenkopje: ‘In 2007 hebben we dan een financieel gezonde situatie bereikt’. U ziet, het waren geen profeten de Haagse Hervormde kerkvoogden van toen. Enfin, de vertrouwenscommissie vroeg aan mij of ik in gesprek met Laak wilde gaan. Ze wisten dat ik, na de dood van mijn vrouw, op zoek was naar een andere plek. Ik heb toen ook buiten de kerk gesolliciteerd (op journalistiek terrein), maar wie wil er nou een bijna zestiger! Gelukkig wilde Laak mij wel en ik vond het een uitdaging in de voetsporen van Everdien te treden, die zulke mooie buurtcontacten had opgebouwd. Omgevlogen zijn ze, die vijf jaren in uw midden. Een periode waarin Neeltje en ik elkaar het ja-woord gaven en ambtsdragers van deze gemeente de trouwdienst in de Waalse kerk van Delft hielpen dragen. Jaren van creatieve en intensieve samenwerking met Elziena Oosterhuis, die onder andere resulteerde in het ‘AlleenCafé ‘. Kerstbrunches in Don Bosco en Kerstsamenzang met het Leger des Heils, waardoor mensen ook weer de weg naar onze gemeente terug vonden. Op deze plaats ga ik niet zoeken naar ‘laatste woorden’, want wat ik zeggen wilde heb ik zondag aan zondag gedaan in verkondiging, liederen en gebeden. Waarbij ook de pastorale contacten niet vergeten mogen worden, waarin mij zoveel vertrouwen is gegeven en zoveel lief en leed is gedeeld.
Gemengde gevoelens
Twee keer eerder nam ik afscheid van een gemeente, om dan weer de ‘uitdaging’ (zo noemen we dat) aan te gaan van een nieuwe werkplek. Nu is het een afscheid met gemengde gevoelens. De gemeente gaat door een ingrijpend veranderingsproces en ik kan daar niet meer bij helpen. Dat vind ik heel jammer. Ook zal ik de intensieve contacten in het ‘Alleencafé’ missen en het samen bevrijdend lachen. Ook de lofzangen van mevrouw Clavan op de wijkagent en de LIPA. Gemengde gevoelens ook omdat 65 je er toch echt bij bepaald dat je je jeugd voorgoed achter je hebt gelaten, al voel je je ook nog veertig. Iedereen voorspelt mij dat ik het drukker krijg dan toen ik nog werkte. Wel, daar zit ik niet echt op te wachten. Ik hoop dat ik met het opgebouwde ‘kapitaal’ van ervaring en studie in de toekomst nog iets kan betekenen voor een kerk in de krimp. Wil graag van dienst blijven om Christus vrolijk te volgen in de marge. Dat kan op de cursus Theologie voor Geïnteresseerden, in een maandelijkse column in Kerk in de Haag (zolang ze mij willen hebben) en in het werk van de Lucasorde, waarin aandacht gevraagd wordt voor de heling van mens en samenleving. In 2013 hoop ik ook in Den Haag met enige regelmaat weer voor te gaan en ik blijf natuurlijk vol belangstelling volgen hoe de nieuwe wijkgemeente III tot een creatieve broedplaats van pastorale en diaconale initiatieven uitgroeit. Een wijkgemeente waarin de inbreng van Laak/Oase niet gemist zal kunnen worden. Het ga ons allen wel, met de woorden van een goede (Haagse) vriend: Adieu.
ds Rob van Essen
Afscheid
van de diaconie van Rijswijk per 1 januari 2013
Deze ikoon
van Rubliev was onderdeel
van de
presentatie van ons diaconale
beleidsplan
in de Nieuwe kerk. We zien
de drie
engelen die gastvrij door Abraham worden ontvangen. In
de vroege
kerk gezienals een heenwijzing
naar het geheimenis
van de Drieëenheid.
Boeiend,
een verhaal over gastvrijheid - de
tent van
Abraham stond naar vier zijden open, zegt een Joodse overlevering! - dat mag
functioneren
als
verkondiging dat wij welkom zijn in de lichtkring van de
Eeuwige.
Kijk maar, de drie figuren vormen een open cirkel
en wij
kunnen toetreden in de kring en delen in de heilige gaven. Diaconaat begint aan
de tafel van breken en delen, waar we zicht krijgen op Gods menslievendheid.
Die menslievendheid vieren we, niet alleen met Kerst maar elke keer als de
tafel wordt aangericht. In de kerk, zeker, maar
ook als
we thuis het brood delen of levensmiddelen voor de Voedselbank meebrengen.
Liturgie en diaconie - het is
één
beweging van breken en delen, kyrie en gloria, ruimte maken en ruimte zoeken.
Het was een voorrecht om de afgelopen vijf jaar als diaconaal-medewerker die
beweging
in het
Rijswijkse te mogen helpen versterken. Dat Rijswijk maar steeds meer een tent
met vier ingangen mag worden, wens ik u toe.